Onder plaatbewerking kunnen we vier grote groepen onderscheiden. De eerste techniek is snijden, waarbij de platen worden gescheiden voor verdere bewerking. Dit wordt het vaakst gedaan met de laser, maar er zijn nog andere snijtechnieken die gebruikt worden. Zo wordt er bij autogeensnijden of brandsnijden gebruik gemaakt van een gasvlam om het staal te scheiden. Voor plasmasnijden wordt geïoniseerd gas gebruikt om een smeltsnijtechniek toe te passen.

Een tweede techniek die onder plaatbewerking valt is buigen, waarbij de plaat wordt vervormd. Zo wordt het aanbrengen van een hoek in een vlakke plaat ook wel kanten genoemd. Walsen wordt meestal gebruikt om vlakke metaalplaten om te buigen tot een cilindrische vorm. Met stansen kan er reliëf worden aangebracht door bepaalde stukken naar voor te halen.

Daarnaast zijn er ook heel wat verspanende technieken die worden toegepast op metalen platen. Zo kan men door te boren gaten aanbrengen in een metalen plaat. Tappen is dan weer de techniek waarbij een schroefdraad wordt aangebracht in een boorgat. En door o.a. frezen en kotteren wordt de algemene vorm van de plaat aangepast.

De laatste techniek van plaatbewerking is lassen, waarbij verschillende onderdelen aan elkaar worden vastgemaakt. Dankzij hoge temperaturen kunnen twee platen met elkaar versmolten worden tot een groter geheel.